donderdag 20 mei 2010

verscholen in het spel

“Mag ik je vergezellen?”
Dim knikt. Zijn ogen blijven strak op het beeldscherm gericht. Alsof hij door een verrekijker kijkt.
“Ik ben door je spullen gegaan.”
Dim geeft geen kick. Hij drukt op Start, ‘new game: multi-player’.
“Wanneer ga je me vertellen wat er met je aan de hand is, Dim? En wat moet je met al die prozac in je tas? Je bent niet eerlijk tegen me. En wat heeft dat briefje te betekenen. Met het nummer van Ellen, dat is toch niet Ellen, Ellen hè?”
“Sterf. Godverdomme sterf, klootzakken!” Dim maakt wilde bewegingen met zijn arm. Hij haalt zijn vertrapte Nikes van tafel en buigt zich nog meer naar de tv. Met zijn controller volgt hij de bewegingen van zijn spelkarakter. William kijkt naar de nikes en dan naar zijn opgepoetste van Bommels.
“Is zij het?”
Dim smijt de controller op de salontafel die bezaaid is met zijn troep. Een overvolle asbak, een houten snijplank met een groot hakmes en een berg wiet erop, een bord met restjes pizza, een fles Fanta, twee oude Nokia’s en een foldertje van een pizza-shoarmatent. De fles Fanta valt om.
“Godverd..shit..shit.. mijn wiet, mijn wiet. Hij knielt en schraapt wat hij nog redden kan bij elkaar. Hij trekt zijn shirt met blauw en gouden draken uit zijn broek en vangt de wiet ermee op. William legt zijn controller op de salontafel en staat op om een theedoek te pakken.
“Geef me de lange vloei en shag eens aan. Dim ploft weer op de bank en wil een jointje draaien van de wiet die hij in zijn shirt verzameld heeft als vis in een net.
William grist het pakje shag van tafel en gaat voor het beeldscherm staan.
“Luister Dim. Ik wil je helpen. Je slaapt hier nu al een week. Eerst zie ik je een jaar niet en dan sta je ineens voor de deur. Je zegt niks, je doet niks. Het lijkt alsof je constant verdoofd bent. Hoor je wel wat ik zeg?”
Dim likt aan de vloei en kijkt langs William naar het flikkerende balkje met Pause erop.
“Ik heb haar gebeld.”
“Je hebt wat? Ben je godverdomme helemaal besodemieterd? Dim springt op. Plukjes wiet vallen op het Zweedse lussentapijt.
“Wat denk je nou. Dat je verantwoordelijk voor me bent omdat je mijn grote broer bent? Met je maatpakken van Oger en je designkeuken. Jij bent hier de zielenpiet, niet ik. Je uitsloven voor een vrouw die ons verraden heeft. Ik kan de angst zo van je gezicht lezen. Je bent bang dat mensen zullen denken: wat moet hij met dat straatjoch in huis? Maar ik ben zo weg hoor, maak je maar niet druk.”
“Ik heb haar niet gebeld. Ik wil gewoon weten wat er met je aan de hand is.”
“Daar heb je niks mee te maken. Ik moet haar gezien hebben voordat ik..”
“Wat?” Dims ogen schieten vol.
“Voordat je wat, Dim? Zeg wat!”
“Ik weet geen andere uitweg, Wil.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten