maandag 8 maart 2010

Liefde is.. verhuizen!

De ware is soms ver te zoeken


‘Na 78 verhuizingen dacht ik: geen vent meer in m’n leven’


Stefanie Erkan (40) verhuisde haar hele leven lang. Tot haar zoon Mick werd geboren. Nu woont ze al bijna drie jaar op hetzelfde adres. Als ze nog eens besluit te verhuizen, dan maar voor één reden: echte liefde. ‘Het is geen big deal voor mij.’

Ronald is een stuk ouder, we schelen zeventien jaar. Dat geeft me een beschermd gevoel. Straalverliefd zijn we. Mijn hele leven ben ik bij mannen ingetrokken. Nu is het opeens andersom. Ronald komt hierheen. Dat is een hele aparte ervaring voor mij, maar ik vind het best. Wel zit ik met een dilemma. Nu woont hij voor zijn werk in een hotel, niet ver van mij vandaan. Maar over een paar maanden heeft hij vast werk in Poeldijk. Dat is drie uur rijden. Het wordt dus een long-distance iets, of ik moet weer verhuizen. Hij kan sowieso niet hiernaartoe verhuizen, zijn vier kinderen wonen nog thuis.

Door angst achtervolgd
Het is begonnen uit angst. Uiteindelijk werd het een trigger: iedere keer als ik mij onveilig voelde, verhuisde ik weer. Mijn vader was een van de oprichters van de PKK in Nederland. Een activist, die zijn leven lang streed voor een onafhankelijke staat voor Turkse koerden. Leven met hem was een hel. Hij was heel erg dominant en agressief. Ik was zestien toen voor het eerst in mijn leven iemand aan míj vroeg hoe ik mij voelde. Ik was stomverbaasd, weet nog dat ik om mij heen keek of er iemand achter mij stond. Opeens voelde ik vanuit mijn hele lijf verdriet stromen. Mijn tranen kwamen uit mijn tenen, zo diep. In een golf kwam alles eruit. De mishan-delingen, het misbruik, mijn hele verrotte leven.Die dag veranderde alles. De lerares die me had gevraagd hoe ik me voelde, regelde treintickets en onderdak voor mij en mijn broertjes en zusje. We kwamen terecht in een crisisopvang in Enschede, tussen lijmsnuivende kinderen. De angst om herkend te worden door mensen van vroeger, heeft me nog jaren achtervolgd. Rust vond ik zes jaar geleden pas, toen mijn vader overleed.

‘Ik kon niets opbouwen. Een relatie? Oké. maar een vaste rijschool, dokter of groenteboer? Die had ik niet.’

Drie jaar is scheepsrecht
Ik vond altijd: je hecht je niet aan mensen, huizen, dingen. Daarom heb ik ook tien jaar zonder rijbewijs gereden. Waar moest ik rijlessen nemen als ik steeds vertrok? Ik kon niets opbouwen. Een relatie? Oké. Maar een vaste rijschool, dokter of groenteboer? Die had ik niet. Ik woonde nooit ergens langer dan drie jaar, en nu ik er over na denk duurden mijn relaties ook nooit langer. Vriendinnen die een goede band met hun ouders hadden, benijdde ik. Ik wilde dat ook. Ik kreeg tranen in mijn ogen als ik een moeder haar dochter zag knuffelen. Toch had ik niet al vroeg een kinderwens. Eeuwige vriendschappen had ik ook niet. Die horen ook bij fases in je leven. Ik ontgroeide ze, of het contact herstelde zich. Gelukkig maak ik wel snel nieuwe vrienden. Ik ga dan voor 100 procent voor ze, maar besef maar al te goed dat je geen garanties hebt in het leven. Ook niet in een huwelijk. Mijn enige huwelijk had ik met Luuk. Na drie jaar liep het stuk. Maar ik hield er iets heel moois aan over: mijn zoon Mick. En het mooie aan kinderen krijgen is dat dit geluk wel blijvend is.

‘Ik krijg kriebels en flirt met het idee van een nieuwe omgeving’


Frisse wind
Soms zit ik in mijn woonkamer en dan besluit ik ineens de hele boel om te gooien. Muren verven, meubels verplaatsen, volledig van stijl veranderen. Er moet een prikkel blijven. Ik heb het ook als ik Mick naar school breng. Als ik die de apathische blikken van ouders langs het schoolplein zie. Ik krijg kriebels en flirt met het idee van een nieuwe omgeving. Ik kan niet tegen dat huisje-boompje-beestje-gevoel. Dan denk ik, is dit het dan godverdorie! Dat gevoel had ik ook heel erg toen ik met Luuk was. De rust, het ikhoefnietmeer gevoel bracht veel onverwerkt verdriet naar boven. Vroeger vluchtte ik voor mijn leven, nu voor mijn gevoelens. Sinds Mick zie ik ze onder ogen. Hij heeft me gered.Ik heb nooit spijt gehad van al die 78 keren dat ik verhuisde. Ik zag het echt als uitdagingen. Frisse wind. Met volle overtuiging begon ik eraan. Maar op een gegeven moment dacht ik wel: voor mij geen man meer. Ik heb niemand nodig, ik kan het zelf. En ik wist dat ik het ergste al achter de rug had, ik had niets meer te verliezen. Ik besloot, en ging gewoon. Hoe het nu verder gaat met Ronald weet ik niet. Ik geniet er nu gewoon van dat ik een relatie heb. Dat ik iemand heb met wie ik leuke dingen kan doen. Een nieuw project.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten