maandag 8 maart 2010

Koffers vol vergetelheid

Ik zoek naar ‘De gedachte van de week’ in het Parool. Bij een artikel over gevonden voorwerpen op Schiphol stop ik met bladeren. Vijf keer per jaar worden deze gevonden voorwerpen geveild. Karren vol doodgebloede koffers gaan over in de hand van handelaren of door nieuwsgierigheid geprikkelde kopers. Tussen de natte handdoeken die de kofferruimtes vullen met een indringende geur van zeewater en vuile was is het altijd zoeken naar een juweeltje. Een urn met as, rolstoelen, een bril met glazen zo dik als jampotten en zelfs een koffer vol met geld is ontsnapt aan oplettendheid.

Toen ik een paar jaar geleden na een maand vakantie in Indonesië landde in Düsseldorf, kwam mijn bagage niet aan. Daar stond ik dan, na een uur verwachtingsvol naar de lopende band gekeken te hebben. De schilderijen die een oom, een beroemd kunstenaar, aan mijn tante en oom gaf ter ere van hun huwelijk en die zij vervolgens aan mij cadeau deden, de zilveren wajangpop die ik kocht in het dorpje waar vechthanen gehouden werden en een rokerige kroepoekfabriek het ritme van de dag bepaalde, de tekeningen van mijn nichtjes. Terwijl ik de tranen van mijn vermissingformulier veegde besefte ik hoe beladen bagage is.

Ik probeer de eigenaar van de bril voor mij te zien. De man met glazen in zijn montuur zo dik als jampotten komt aan op Schiphol. Op het toilet neemt hij zijn bril heel even af voor een koude plens water in zijn gezicht. Hij dept zijn rimpelige gelaat droog en loopt weg. Maar zijn bril, die moet nog op de wasbak liggen. Hij spitst zijn oren en hoort het druppelen van een kraan. Op de tast zoekt hij tevergeefs naar de bril. Hij gaat af op het geluid van de schetterende mensenmassa. De hal met mensen oogt als een foto, geschoten met lange sluitertijd. Net als hij een voorbijganger om hulp wil vragen bedenkt hij dat hij niet meer weet waar de bril ligt. Zijn gezicht loopt rood aan van woede en een unheimisch gevoel overmant hem. De nare bijwerkingen van het ouder worden beginnen zich langzaam af te tekenen, en hij stelt zichzelf de onvermijdelijke vraag: word ik dement?

Misschien was de bril slechts een reserve-exemplaar. Niet in mijn fantasie, want daar krijgen bijzondere verhalen gestalte. En misschien ligt de gedachte van volgende week wel op de stapel oud papier. Snel red ik de krant van gisteren, voor hij in vergetelheid raakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten