maandag 8 maart 2010

"Ik ruik het bier"

“Een jongen, blakend van gezondheid met een rode gloed over zijn wangen, staart uit het raam.Hij tikt ongeduldig met zijn vingers op tafel. Tobt hij ergens over? Hij oogt niet als een jongen die ’s nachts in bed nog ligt te woelen. Hij zit niet recht voor zich uit, maar leunt achterover terwijl hij zijn benen gekruist langs een tafelpoot laat rusten. Zorgeloos kijkt hij zijn toekomst tegemoet. Ik maak mij ook geen zorgen over hem. Deze jongen komt er wel. Ik denk dat hij gisteren tot laat heeft zitten borrelen op de sociëteit. Nu zit hij hier en kijkt fier over zijn neus de diepte in. Op zoek naar die ene openingszin die zijn verhaal tot een succes maakt. De pen ligt al voor hem klaar.”

Drieëntwintig studenten zitten ongemakkelijk tegenover elkaar en nemen om de beurt een lichaamsstand aan. Het is een vreemde gewaarwording. Ik hoor alleen de suizende auto’s op straat en de zeurende ventilatie die van boven in mijn nek ademt. Mijn model neemt een pose aan en probeert krampachtig zijn gezicht in de plooi te houden. Hij kijkt als een kind dat verstoppertje speelt en met ingehouden adem achter een gordijn verscholen zit. Alleen duurt dit geen honderd tellen maar tien minuten.

Hoe kan ik dit stilstaand beeld in godsnaam tot leven brengen in taal? Mijn zintuigen laten me in de steek. Ik hoor, proef, voel en ruik niets. Waarom hoor je mensen toch altijd zeggen dat ze wel een boek kunnen schrijven over wat ze nu toch weer gezien hebben. Waarom geen tekening of schilderij maken? Je ziet immers iets voor je neus gebeuren, en toch is de neiging om het in letters te vertalen overheersend.

Ik isoleer mij van de achtergrondruis en zoom in op mijn model. Wie is hij, waar was hij vannacht? Ik geef mijn zintuigen de kost en ineens proef ik schuim, citroen en witbier. Een smetteloos wit hemd weerkaatst de felle blauwe lichten die de dansvloer verlichten. Eveline -vaste scharrel- zegt met een schorre stem tegen mijn model dat hij naar sigaretten ruikt. Dan pakt ze zijn hand en vraagt of ze bij hem mag blijven vannacht. Ik zie hem denken; ‘dat verhaal komt morgen wel’, en ze verdwijnen in het donker. Ik laat mij omringen door de couleur locale in het portret en schrijf het tot leven.

1 opmerking:

  1. Hoezo komen hier geen reacties op? Wie is dat model, hij klinkt waanzinnig!

    BeantwoordenVerwijderen