vrijdag 19 maart 2010
Mijn dagelijkse vloeistof
“Kom met je knuppels en honden in onze tunnel. Visie van de Beastie Boys, in de tunnel.”
Met die zinnen kwam je het podium op. Te ruime sweater aan. Met je linkerhand hield je het te lage kruis van je broek omhoog, de andere hand omklemde de microfoon. Daar stond je woorden in de microfoon te blazen, ritmisch en vlot. In je glansrol. Je kameraad wisselde je teksten even vlot, misschien wel vlotter af. Maar ik gelóóf jou als je de woorden tot zinnen vlecht, een klankspel speelt met je soepele tongval. Het was de eerste keer, ontelbare keren zouden volgen. Na een tijdje herkende je mij zelfs. Weet je nog, in Sittard? Ik viel jou op. Je wilde mijn roze pet lenen. Ik keek je aan als een hongerige hyena. Chicks saboteren je relatie in de kroeg, of zit je ernaast en ben je zelf niet sterk genoeg? Daar stond je dan, mijn roze pet schuin op je hoofd en ik, petloos, hongerige blik, stond verwachtingsvol naar je te kijken. De beat zette in, ik was mijn emoties nauwelijks de baas. Goeiedag verder, ik was verloren. Ik ging op in het wilde geduw dat zich vooraan in het publiek manifesteerde. De adrenaline gierde door mijn lijf als iedere keer dat ik je live zag. Nu nog meer. Want je droeg mijn pet. Vrienden van me beweren dat Rico beter rapt. Hij is een snelle jongen, grapt als een cabaretier. Zelfs zegt hij dat hij Ike Turner niet is, of hoe heet die cabaretier? Kijk, ik weet nog die ene keer in Eindhoven. Ik leefde zo toe naar je optreden. Eenmaal op het podium had je het over gekke Gerrit maar je wist niet meer wie Gerrit was. Je oogleden waren opgezwollen van de rijkelijk belegde joints en de fles whisky nam je gewoon mee het podium op. Je blik stond op oneindig. Die keer moest ik je zinnen afmaken, Sticks. Maar toch. Ik voel in je teksten je ziel, je achilleshiel. Ik voel in Wind Waait hoe je je steeds verder nestelt in de leegheid van de tijd die voorbijgaat en niets dat vooruitgaat. Ik zie je daar dan zitten, in je Peugeot, die rode 306. Met je hoofd klappend op het zwarte dek. Je stuur vangt de zoute tranen op. Ik voel dan hoe het onbegrip op je stem slaat. De druk op je middenrif. De bal om je voet. Je bent een binnenvetter en toch voel ik hoe twisted je bent door je rauwe stem heen. Je nummers markeren periodes in mijn leven. Volle Kracht: ontluikende liefde, heftige gevoelens. Snelle Jongens: vriendschap, mooie avonden, mijn studententijd in Maastricht. Wind Waait: einde van een relatie, einde van een hoofdstuk. Water/Vuur: verraad, einde van een vriendschap. Sticks, Junte Uiterwijk zoals je gedoopt werd. Je plaatst mijn dagelijkse bagage in een context. Ik put kracht uit jouw woorden, je haalt me uit een spagaat van ingewikkelde gedachten. Als mijn doelen uit balans zijn geef jij me adviezen als Customato. Een paar maanden geleden verklaarde je in een interview dat Opgezwolle dood is. Je leeft solo verder en in een nieuwe formatie. Voor mij is Opgezwolle niet dood. De fakkel blijft altijd branden. Tot in de laatste dagen.
- Posted using BlogPress from my iPhone
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Werkelijkwaar fenomenaal.
BeantwoordenVerwijderenGeweldig geschreven!
BeantwoordenVerwijderen