maandag 26 juli 2010

Het is hip om te hoppen



Een paar maanden geleden geschreven voor Dj Broadcast: making a magazine in 24 h.


Ik denk dat ik schuldig ben aan een nieuw soort misdrijf. Genrehoppen. Ik wissel sneller van muzieksmaak dan een catwalkmodel van outfit. Waarom heb ik die constante hopneiging? Willen genrehoppers alleen tot de grachtengordel van muziekliefhebbers behoren of houden ze echt van de muziek?

Het begon ongeveer zo. Ik was krap achttien en iedereen ging naar clubs. Dus ik wilde naar festivals. De stad? Dat was toch het domein van meisjes in witte leggings en tuniekjes? Meisjes die hun hoofd in de nek gooien, de hals van Flügelsflesjes tussen hun tanden klemmen en de gemorste vloeistof van elkaars kin likken. Ik wilde een Späcerfrau zijn, een zonnebril dragen in een donkere zaal en hoekige bewegingen maken op een nieuwe muziekstijl: Funky-house. Ik danste de hele zomer naar de pijpen van Funky-house dj’s. Toen er een Hyves-pagina kwam voor de muziekstijl, die in mijn beleving alleen was voorbehouden aan ‘mensen zoals ik’, was de lol eraf. Ik wilde uit mijn housebroek.

En in m’n technojasje. Zelfde hoekige bewegingen, zelfde zonnebril, nieuwe djs. Vooraan
bij Trentemöller, met niets meer dan de dreunende tonen van de techno in mijn eigen universum. Ik wilde net het verse zweet van mijn neusvleugel vegen met het puntje van mijn shirt toen ik hem zag staan. Zelfde zonnebril, zelfde dansmoves. Alleen nu met een felgekleurde Eastpak-rugzak hoog op zijn rug. De hele zomer had hij in mijn ooghoeken gestaan. Loser, dacht ik. En nu stond hij hier. Ontkennen had geen zin meer.
Ik was net als hij. Een genrehopper. Iemand die moeiteloos van een skinny naar een baggy overstapt. Niet per se van de muziek houdt, maar van de aandacht die het bewuste genre krijgt. En er meteen weer van afstapt als het teveel mensen aantrekt.

Genrehoppen gaat hand in hand met een constant wisselende kledingstijl. Naar electrofeesten ging ik gehuld in een abstracte top met een zelf gefabriceerde riem met een geel casettebandje van He-man and the Masters of The Universe. Of ik sloopte de controller van mijn broertje’s Supernintendo en maakte er een broche van. De afterparty van Daft Punks concert in de Heinken Music Hall in 2006 voelde als één grote lachspiegel. Ik liep nog maar net de oude zaal in of ik zag een meisje met hetzelfde opgeschoren kapsel als ik en verdomme dezelfde Nintendo-controller broche. Ik voelde me knap lullig, en door de knalblauwe wielrennerbroek die ik die ochtend vol zelfvertrouwen had aangetrokken kon ik mij niet even onzichtbaar maken. Ik had toch bedacht dat Ed Banger shirtjes the new thing to wear waren? Of werd het mij opgelegd dat ik die shirts moest dragen, controllers moest opspelden en naar Uffie en Boys Noize moest luisteren?

Op het moment dat je als genrehopper geconfronteerd wordt met het feit dat je hopt omdat het hip is, ga je je verzetten. En dan wordt je een vermoeiende hopper. Dan wil je van alle opschmuk af en terug naar de essentie. Niet meer bij ‘hun’ horen maar anders zijn. Gewoon lekker nonchalant de laatste twee uur meepakken van een, uiteraard, minimalfeestje in een spijkerblouse en afgetrapte Vans. Net als dat meisje met de Nintendo-controller en de jongen met de rugzak. Het lijkt wel of we steeds meer loskomen van de muziek an sich. Ook dj’s hebben er last van.

Genrehoppen is een kwaaltje dat bij dj’s vaak voortkomt uit een andere motivatie dan die van de luisteraar. Zij willen de massa juist dienen. Het hoppen is dan vooral een middel om het imago op te vijzelen of om te portemonnee te spekken. Want een dj die anno 2010 nog Funky-house draait is niet verzekerd van een plekje in de line-up van een hip festival. Behalve als je Tiësto heet. De nieuwe single van Major Lazer’s Diplo is namelijk een samenwerking met deze goeroe van de Trancemuziek. Waar Diplo normaal Blog-house maakt, is de nieuwe single een wrang samenspel van Electro en Trance. Sidney Samson maakt zichzelf ongeloofwaardig door Dubstep door zijn house te mixen. Zijn grijsgedraaide plaat Riverside wordt daarmee nog moeilijker te verteren dan het origineel. De koning van het genrehoppen is toch wel Dj Chuckie. De kans dat hij ooit een eigen stijl ontwikkelt is nog kleiner dan de kans op een rechtschapen Limburgse priester. Dj’s veranderen van stijl als kameleons. Maar ook veel Mtv-clip artiesten vinden het moeilijk om stijlvast te blijven. The Black Eyed Peas transformeerde na een vette stijlinjectie van een bluesbandje met hip hop invloeden in een semi-electronische popformatie. Geen haan kraait er naar, want de genrehoppers die er ooit naar luisterden zijn inmiddels al drie muziekstijlen verder. Nelly Furtado’s folkloremuziek werd alleen door een nichepubliek verorberd, dus nam ze de poptrein via club naar R&B.

Toen ik erachter kwam dat ik een genrehoppper was vroeg ik mij af: ben ik nep?
Zou ik een heel andere afspeellijst op mijn iPod hebben als ik geïsoleerd op een zolderkamertje woonde, ver weg van festivals? Ik denk het niet. Ik luister naar alleen naar de muziek die ik wil horen. Ik heb ook heus wel één, weliswaar geheime, afspeellijst met Celine Dion en Aventura, maar die smaak wordt niet gauw weerspiegeld in het publiek van de feestjes die ik graag bezoek. Stiekem loop ik met een grote boog om die verdwaasde vrouw met een Celine Dion-shirt aan en een cowboyhoed op haar hoofd. Ik hop lekker veilig mee met de hippe mensen, naar de volgende spannende muziekstroming. Of dat nu ambient is of schläger. Maar op mijn zolderkamertje ben ik zo stijlvast als Mondriaan.

3 opmerkingen:

  1. ten zuiden van adam26 juli 2010 om 12:49

    de beste stijl is geen stijl

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Love, love, love it. Echt geweldig stukje, babe!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Shinnieboy! Jij hebt mijn gevoel van overal en toch nergens bij horen een plekje gegeven ;)

    BeantwoordenVerwijderen